De Zes Bergen

Aardrijkskunde was vroeger één van mijn favoriete vakken op school. Voor topografie haalde ik altijd tienen. Ik vond het een sport om al die plaatsen, rivieren en natuurgebieden feilloos te kunnen aanwijzen op de kaart. Vandaar dat ik geen moment heb getwijfeld of ik wel zou meedoen aan een fietstocht in Oost-Nederland met de titel 'De zes bergen', want: welke bergen? Geen Alpe d'Huez, Stelvio, Ballon d'Alsace of andere energieslurpende bergreuzen hier in de buurt, er was zelfs geen Holter, Tanken of VAM te bekennen op de route, maar gewoon Ei, Beek, Lutten, Tub, Al en Haaks. Hoe plat wil je het hebben? Afgezien van een aantal viaducten, bruggen en een piepklein rimpelingetje in het landschap rond de lunch, werd er geen beroep gedaan op klimcapaciteiten van de deelnemers.

EVEN TERUG

Tegenwoordig vind ik het een sport om binnen het fietsen grenzen op te zoeken. Grenzen in snelheid, in afstand. Als schuchtere T2-er keek ik op mijn Strava-dashboard met ontzag en enige jaloezie naar de flitsende gemiddelde snelheden die snelle lieden binnen onze vereniging uit hun fraaie racebolides sleurden. 'Wauw' dacht ik bij mezelf, 'als ik zelf toch ook eens zulke duizelingwekkende snelheden zou kunnen rijden, dat zou wat zijn...'. Maar ja, wil je wat bereiken in het leven, dan moet je toch echt de stoute schoenen aantrekken. En of mijn raceschoenen nou wel zo stout zijn... ik had er zo mijn twijfels over.

EN WEER VOORUIT

In de Achterhoek zeggen ze: Vake bu'j te bange. En we weten allemaal: dat is een nuttige boerenwijsheid. Het nieuwe raceseizoen was koud geopend of ik wilde alleen nog maar met de snelle T2-groep de weg op. De klok van de Veldmater kerktoren had amper geslagen of mijn rechtervoet was al ingeklikt in het pedaal en ik stond startklaar om de Geukerdijk op te schieten. In een opwelling besloot ik een zondagmorgenrit bij T1 te boeken. Gewoon om een nieuw racegevoel te ontdekken. Dat smaakte naar meer. Ik ben nog maar een rookie in deze racegroep, maar al fietsende leer ik steeds bij.

TWEE WALLETJES

En sindsdien eet ik van twee walletjes. Vanmorgen stond de Longest Ride van T2 op het programma. Zoals ik al noemde: lekker plat. En lekker Hollands. Wie doet je wat? Ja, een dingetje, de lengte: ruim 200 kilometer. Maar ook die heb ik al in de benen gehad. Dus vanmorgen in alle rust opgestaan en de checks en voorbereidingen gedaan. Op mijn gemakje naar de startplaats gepeddeld voor een ontmoeting met mijn fietsvrienden van de dag. En we gingen gemoedelijk samen op weg.

VOORSPOEDIG

De dag verliep in zijn geheel heel voorspoedig. We konden overal goed doorfietsen, geen pech, geen lekke banden, geen valpartijen. En een prima weertje. De pauzeplekken waren als vanouds prima geregeld. Zij het dat op de koffiestop net één appelgebak met slagroom ontbrak, er was wel wat anders. Gemakkelijke mensen als wij zijn, was dat natuurlijk geen enkel probleem. Een leuk verzetje onderweg was het tochtje met het voet- en fietsveerpontje tussen Gorssel en Wilp. Op het terras in Lutten was het ook goed toeven met zeer smakelijke lunchgerechten. En natuurlijk een heerlijk koud biertje na afloop in ons eigen Haaks.

DINGETJE

Welke snelheid het best kon worden aangehouden bleek ook een dingetje. Ondanks het all-over motto 'samen uit, samen thuis', werd verschillend gehandeld als het aankwam op snelheid en dat zorgde, zeg maar, voor gefronste wenkbrauwen hier en daar. Hoe het dan wel moet, afijn, daar moeten we later nog maar eens over nadenken. We kunnen in ieder geval terugkijken op een heel geslaagde clubdag. Ik hoorde dat de volgende editie van de Longest Ride al in de grondverf staat. Alvast een mooi vooruitzicht. Ik boek mezelf vast in voor volgend jaar...

Karel Masselink

Napraten Overzicht