Oelersteeg, oh Oelersteeg...
Het is stralend zonnig als ik aan kom rijden bij de parkeerplaats aan de Geukerdijk. Lekker fris ook. En weinig wind. Echt ideaal fietsweer. De opkomst is weer hoog. Niks zo gezellig als samen een paar uurtjes toeren.
Ik neem plaats in de tweede groep van toerders 2 en in gestrekte draf rijden we via de Goorseveldweg richting Beckum. Als uitgelaten honden schieten we, hup, rechtsaf de Geurdsweg op. Onze gps-en geven keurig de route van ons te fietsen rondje aan. Richting Oele gaat het. Dat plekje heeft iets magisch. We voelen het allemaal: er komt zo een mooi stuk klinkerweg, nee, dat is te zwak uitgedrukt. Het is meer. Daar ligt sinds mensenheugenis een stukje 'oerweg', in een ver en grijs verleden aangelegd met klinkers. Tegenwoordig heeft dit fraaie stukje fietslandschap de uitstraling van een echte kasseienstrook. Zo'n ruige. Verwaarloosd. Slecht te overzien. Onregelmatig plaveisel, diepe kieren, waar gras in groeit. Stoffig bij droogte, glibberig bij nattigheid. Als je er langzaam overheen rijdt, dan rammelt alles in en om je heen tot in het extreme en ben je bang dat je fiets uit elkaar gaat vallen. Als je snel gaat, fiets je met samengeknepen billen, want je wilt niet uit de bocht vliegen of onderuit gaan omdat je banden grip verliezen op het grillige wegdek.
Nog een paar bochtjes en daar is 't ie dan: de Oelersteeg! En daar... huh?.. wat is dat?... daar staat een... een hek. Een hek? Is er iets te doen dan? Kunnen we er niet op? In de verte zien we de toerders van de eerste groep zich omdraaien. Zij dachten waarschijnlijk dat het hek er voor de sier stond. Onze koprijders stoppen abrupt en de rest van de groep ook. Het is niet de eerste keer dat we ons hier 'vertrappen'. Ook niet de tweede keer. Of de derde. Het wil blijkbaar maar niet landen: de Oelersteeg is dicht. Voor onderhoud. Met een zucht stappen we weer op. Op zoek naar een alternatief om toch leuk naar Delden te kunnen fietsen. We kiezen niet het 'sjeespad' langs het kanaal, maar als echte gravelbikers hotsebotsen we over het grindpad door het bos. Met die dunne racebandjes dus. Gelukkig, het gaat goed, niemand rijdt lek. We komen veilig in Delden aan.
Het tempo zit er goed in. Langs kasteel Twickel. Over schilderachtige weggetjes richting Azelo, Zenderen en Hertme. De sfeer is opperbest. Iedereen komt ruim aan bod om zelf ook een stevig stuk op kop te sleuren. Voor we er erg in hebben rijden we al tussen de militaire erfenissen van het vliegveld. Via het altijd mooie Twekkelo, fietsen we door naar Boekelo en over de Geukerdijk weer naar huis. Fijn rondje, mooi gemiddelde. Op naar de koffie. Ik zie alleen maar tevreden gezichten om me heen. Fijn!
Terwijl ik in mijn bekertje roer, vraag ik me met een soort van vage onrust af: het komt toch wel weer goed met 'onze' Oelersteeg? Onze eigen 'Hel van het Noorden' gaat toch niet zijn eeuwenoude, ruige karakter kwijt raken? Met schrik zie ik al een brede en rimpelloze asfaltstrook voor me. Als een gladgeschoren kinnebakkes. Met keurig getrimde bermen. Alle gevaarlijke bochten soepeltjes weggesaneerd. Ach nee, allemaal hersenspinsels. Nee, dat gaat niet gebeuren. 9 Juli, dan weten we het, dan zijn de borden weggehaald en kunnen we onze geliefde Oelersteeg weer zien en beleven. In al zijn glorie. Tenminste, dat hoop ik toch? We gaan het zien...
Karel Masselink