Rondjakkeren met een omweg

Noorwegen, begin juli.
Ik ben op vakantie in het wonderschone Scandinavië. Daar maak ik een paar mooie wandelingen door een enorm nat landschap. Met mijn bergschoenen hoog dichtgeknoopt struin ik behoedzaam door het bos. Vaak moet ik springen van de ene steen of graspol naar de andere, omdat het pad om de haverklap doorkruist wordt door klaterende waterstroompjes. Terwijl ik mij zo voortbeweeg, denk ik: ik ga hier echt van genieten, want als ik straks weer in Nederland ben, dan is het misschien wel kurkdroog. 

TE LAAT

Haaksbergen, half augustus. Groot was mijn opwinding toen ik van de week in onze speciale appgroep een paniekbericht van onze teamleider las over voorspelde hoosbuien en de noodzaak van het meenemen van regenjassen. We gaan namelijk 200 kilometer fietsen. En dan mogelijk urenlang in de regen. Ik dacht: zou het er dan echt van gaan komen? Gaan we nat worden van water uit de hemel? Bestaat zoiets nog? Van de spanning kon ik vannacht bijna niet slapen. Mijn wekker liep vanmorgen af om kwart voor zeven, maar ik was al een uur daarvoor wakker. Zenuwachtig pakte ik mijn spullen bij elkaar: reepjes, gelletjes, mueslibol, banaan, bidons. Ik pakte zelfs een plastic zakje waarin ik mijn waardevolle spullen kon beschermen tegen het ongetwijfeld overvloedige hemelwater. O ja, en ik moest mijn paspoort nog pakken, want we gingen de grens over. Waar ligt dat kreng ook al weer? Ach, weet je wat, ik heb op mijn computer nog wel een gescand plaatje staan van mijn paspoort. Die hoef ik alleen maar even uit te printen. Shit, waarom doet de printer het nu niet? Andere computer erbij, zweet in mijn handen, snel, snel. Gelukkig, daar rolde het gewenste papiertje dan toch uit de printer. Op de klok zag ik dat het al bijna acht uur was. Snel de fiets uit de schuur, schoenen aan en op hoge snelheid naar het dorp. Echt waar, een piepklein minuutje misschien heel iets aan de late kant arriveerde ik. En een commentaar dat ik kreeg... En tja, wat betreft de voorspelde regen... niets viel er, de hele dag niet, zelfs nog geen drup...

OMWEG

Je geloof het niet, maar er zijn een aantal leden van de HTFC die, zodra er over een biertje gesproken wordt, direct bereid zijn om enorm veel kilometers te gaan racen om het biertje uiteindelijk daadwerkelijk te kunnen nuttigen. Je gelooft het temeer niet, omdat de afstand tussen het start- en eindpunt van de dag nog geen vijf minuten lopen van elkaar verwijderd zijn. Dan denk ik: je moet wel een steekje los hebben zitten om eerst met elkaar een pokkeneind te gaan rondjakkeren op een ongemakkelijke tweewieler en dan na een urenlange krachtsinspanning uitgeput neer te ploffen op het vurig begeerde terras en met trillende handen een ijskoud glas bier aan de kurkdroge mond te kunnen zetten. Tsss, 't is toch wat. Toch begaf ik mij, net als vorig jaar een hele dag in dit unieke gezelschap. Uiteraard ging het mij niet om het bier, maar louter en alleen om onderweg te kunnen filosoferen over de vraag waarom een mens überhaupt 200 kilometer hard zou willen fietsen op één dag.

MAKKIE

Vorig jaar was een makkie. Toen bleven we lekker in Nederland, we kwamen op bekende plekken. We aten en dronken dat het een lieve lust was. Het landschap lekker plat. Wie doet je wat? Dit jaar is het helemaal anders. De teamleider is op het onzalige idee gekomen om wat hoogtemeters toe te voegen aan het parcours. Waarom in 's hemelsnaam, denk ik dan. Maar ja, Befehl ist Befehl. Dus daar gingen we op pad. Eerst viel het nog wel mee, maar na een kilometer of zestig zei mijn Garmin opeens dat er 3% geklommen moest worden. Wel een kilometer lang. De schrik sloeg me om het hart, maar heel behoedzaam schakelde ik mijn redder in nood in: het geliefde kleine voorblad en daar kroop ik langzaam omhoog. Ik redde het, terwijl ik dankbaar terug dacht aan mijn klimritjes tijdens de clubmeerdaagse. Er volgden nog meer klimmetjes die, heel gemeen, niet door mijn Garmin werden erkend als klimmetjes. Maar die wel genomen moesten worden. Ik uitte daarover mijn klachten aan de groep. Daar werd slechts minzaam om geglimlacht en ik kreeg geen bijval. Er was er zelfs één die het kleine voorblad maar onzin vond en de hele dag voortraasde op het buitenblad. Tja, daar sta je dan met je goeie gedrag.

LICHTPUNTJES

Mijn filosofische gedachten die ik eerder noemde, leidden helaas andermaal tot niets. Ik gaf me net als de anderen gewoon een hele dag over aan het racen door Die Heimat. Met lichtpuntjes voor ogen als: Kaffee und Kuchen en Strammer Max. Er doen de wildste verhalen de ronde over de grootte van de Duitse gebaksporties. En we werden inderdaad niet teleurgesteld. De Duitse koffiemaker serveerde ons royaal taartbrokken. Zo royaal dat zelfs een brok overbleef aan het eind van de zitting. Voor de ober zeg maar. Strammer Max is niet alleen iemand die vermoeid en met stijve benen van zijn fiets stapt, maar het is ook een stevig en beproefd gerecht waarmee de vermoeide fietser weer enigszins bij bloed komt. Daarom ook een blijvertje in onze wereld van fietsbeleving.

Aan al het gejakker kwam vandaag ook weer een einde. En de beloning was groot. Heel mooi, iedereen gelukkig. Toen ik aangaf dat ik maar weer eens ging opstappen (naar huis dan), moest ik plechtig beloven dat ik alleen waarheden zou vermelden in mijn verslag. Zoals jullie weten doe ik dat natuurlijk altijd. En soms heeft de waarheid een klein zetje nodig. Maar ja, dat vind ik dan.

Karel Masselink

Napraten Overzicht